MENU

infrastructuur
Tag Archive

Schermafbeelding 2017-02-28 om 15.26.59

6802

Banen, banen

Opinions

november 9, 2016

Dat ‘innovatie’-mantra horen we nu al zo’n twintig jaar, samen met dat gedweep van allerlei politici en goeroes met high tech, fintech, duurzaamheid – weg met die ‘vieze’ industrie dus, etc.,etc. Het begon met Michael Porter. Maar onthoud een ding: innovaties, transities (ook zo’n geliefd modewoord) doen (voordat ze ooit werk scheppen) eerst vooral een enkel ding: ze vernietigen banen aan de onderkant van de inkomenspyramide. En het is ontzettend moeilijk om met ‘beleid’ nieuwe banen te creeren. Dus ik begrijp het enorme wantrouwen in die kringen waar de klappen zijn gevallen (Limburg, Noordoost Groningen, Wallonie, het Ruhrgebied, de Britse Midlands, de Amerikaanse Rustbelt) tegen politici die beloven dat ze er wat aan zullen doen.
Toen ik dit verhaal in de Washington Post zag, moest ik denken aan de Van der Leegte Groep (VDL) een industrieel conglomeraat met inmiddels 13.000 werknemers in zuid-Nederland dat de belofte inlost die de regering ooit deed met het sluiten van de kolenmijnen in de jaren zestig van de vorige eeuw. Zie hier de zelfrijdende truck. Vrachtwagenchauffeur, dat is net als mijnwerker ook zo’n beroep dat gaat verdwijnen. Avond-HTS-er Wim van der Leegte, die vorige week officieel afscheid nam als president-directeur van VDL, heeft meer voor elkaar gekregen dan welke bestuurder dan ook sinds de mijnsluitingen in de jaren 1960. Zie bedrijfsfilm: https://youtu.be/AOSGL5AZZuY Technisch productiewerk op middelbaar opleidingsniveau, tussen robots en hightech. Maar zolang duurt het dus wel, voordat de samenleving zich enigszins heeft hersteld van de ellende van een ‘innovatie’ en ‘transitie': ongeveer mijn mensenleven tot nu toe.
We moeten vooruit, maar wie vooruit dendert zonder ooit achterom te kijken naar de schade die ontstaat in de levens van de achterblijvers, die wordt vroeger of later ingehaald door een electorale Doomsdaymachine die een Brexit veroorzaakt of – nog erger – wellicht een man als Donald Trump aan de macht brengt. Ik hoop het niet maar als het gebeurt snap ik wel waarom.
Ik zou zeggen: Wim for president!

Read article

koper elektromotor

6262

Elektromotoren efficiënter maken scheelt wereldwijd 200 kolencentrales

News

oktober 21, 2016

neodynium elektromotor auto

ECN adviseert regeringen met programma’s voor ‘eenvoudige’ energiebesparing

 

AMSTERDAM – Van alle elektriciteit in de wereld wordt 45 procent gebruikt door elektromotoren en aangedreven pomp-, ventilatie- en compressorsystemen die vaak verouderd en energie-inefficiënt zijn. Door deze motoren en systemen te optimaliseren en energie-efficiënter te maken kunnen landen wereldwijd ruim 1350 TWh aan stroom besparen. Dit is twaalf keer zoveel als het jaarlijkse elektriciteitsverbruik van Nederland.

 

Daardoor wordt de bouw van 200 nieuwe kolencentrales overbodig, zo heeft het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) berekend. ECN adviseert landen en regeringen op het gebied van energiebesparing en heeft net een tweejarig project met Indonesië afgerond.

,,Dat zo’n groot deel van het mondiale elektriciteitsverbruik naar elektromotoren gaat, was voor ons ook een eyeopener. Er gaat 2,5 keer zoveel elektriciteit naar dit soort motoren en aangedreven systemen als naar verlichting,” stelt onderzoeker drs. ing. Jeffrey Sipma van beleidsstudies. ,,Het besparingspotentieel is groot, kosteneffectief en in technische zin relatief eenvoudig te behalen.”

In het licht van de klimaatafspraken van Parijs ziet ECN grote mogelijkheden voor landen om met energiebesparing op elektromotoren een groot deel van hun duurzame doelen te behalen. Met name ontwikkelingslanden kunnen hiervan profiteren, zo heeft de VN organisatie voor klimaatprogramma’s  in ontwikkelingslanden (UNEP) al laten weten. Die is hiervoor een taskforce aan het opzetten, waar ook ECN zitting in heeft.

 

ECN helpt overheden van landen met het opstellen en implementeren van stappenplannen om elektromotoren en aangedreven systemen, met name in de industrie, te optimaliseren en energie-efficiënter te maken. Maar ook in de commerciële sector ligt een behoorlijk besparingspotentieel. Omdat dit soort apparaten lang meegaan en vaak nog opnieuw worden gewikkeld, is het motorenpark in de hele wereld verouderd geraakt.

Met relatief eenvoudige maatregelen zijn enorme besparingen te behalen. Dat begint met het vervangen van oude motoren met energieklasse IE0 of IE1 door modernere, zuinigere van klasse IE3 of IE4. Dat bespaart al ettelijke procenten. Grote besparingen zijn te behalen door frequentieregelaars (variable speed drives) te installeren bij pompen, compressoren of ventilatiesystemen. Dan kan de bespaarde elektriciteit oplopen tot zo’n 15 tot 40 procent. Afhankelijk van het aangedreven proces, kan de productiecapaciteit toenemen. Verdere winst is te behalen door het repareren van lekkages, het invoeren van een motormanagement systeem, het vervangen van de aangedreven pompen of ventilatoren en diverse andere technische en organisatorische verbeteringen. ECN hanteert daarvoor diverse checklisten. De besparing die in de praktijk gerealiseerd wordt varieert sterk, maar is goed te voorspellen met een Energy Audit. Gemiddeld gezien wordt uitgegaan van een besparingspotentieel van 20 procent in de industrie en 15 procent in de dienstensector, en dat is een conservatieve schatting.

 

,,Wij maken stappenplannen. Eerst kijken we waar de grootste industriële bedrijven met het grootste verbruik zitten en stellen we prioriteiten. Daarna gaan we met regeringen aan tafel en stellen we doelen vast. Vervolgens kijken we naar systemen en proberen we bedrijven awareness bij te brengen,” legt Sipma het proces in grote lijnen uit. ,,Wij adviseren overheden hoe ze dit hele verhaal kunnen kwantificeren, opstarten, aansturen, stimuleren en financieren.”

 

Met berekeningen kan het besparingspotentieel aangetoond worden, zowel qua stroomverbruik als geld, en de terugverdientijd van maatregelen worden aangegeven. Als op wereldwijde schaal morgen alle systemen zouden worden geoptimaliseerd, zou in het jaar erna 1350 terawattuur aan elektriciteit worden bespaard, bijna 12 maal het totale huidige elektriciteitsverbruik van Nederland, heeft Sipma berekend. Daardoor is 17 procent minder capaciteit aan geplande kolencentrales nodig, omgerekend zo’n 200. Financieel gezien voorkomt dit een investering van zo’n 375 miljard dollar.

 

In Indonesië hielp ECN de regering de afgelopen jaren met het opzetten van plannen van aanpak om de industrie te laten overstappen op zuinigere en efficiëntere motoren en systemen. In het land worden nog veel verouderde motoren van energieklasse “IE0” en IE1 gebruikt, vaak goedkoop geïmporteerd uit China. Lage, gesubsidieerde stroomprijzen en het ontbreken van kennis vormen drempels voor verandering. Door efficiënter stroomgebruik systematisch aan te pakken binnen de grootste industriële en commerciële verbruikers, kan het land jaarlijks gemiddeld 23 terawattuur energie besparen. Daarmee kan de industrie 1,5 miljard dollar besparen en houdt de overheid bijna een 1 miljard aan subsidies in haar zak. Dan hoeft Indonesië de helft van de nu geplande kolencentrales niet te bouwen – een investering waarmee anders ruim 11 miljard dollar gemoeid zou zijn –  en kan het land een groot deel van zijn klimaatafspraken nakomen. ,,Het is voor iedereen een win-winsituatie en de uitgespaarde investering is bovendien vele malen groter dan het benodigde bedrag voor dit beleidsprogramma,” zegt Sipma.

 

Hoewel het programma een proces van lange adem is, kon het land al diverse succesverhalen melden. Zo bespaarde een farmaceutisch bedrijf 49 procent elektriciteit op zijn koelwatersysteem, een jaarlijkse kostenbesparing van 80.000 dollar en binnen twee jaar terugverdiend. Een petrochemisch bedrijf installeerde 34 frequentieregelaars en zag zijn stroomverbruik met 28 procent dalen. De investering was binnen slechts 5 maanden terugverdiend. Een textielfabriek bespaarde dankzij 15 frequentieregelaars 59 procent stroom voor zijn ventilatiesystemen; na ruim een jaar terugverdiend.

 

In Europa gaat 69 procent van het industriële energieverbruik naar elektrische aandrijfsystemen. Volgens berekeningen van de International Energy Agency (IEA) is met efficiency-maatregelen een besparing van 20 tot 30 procent haalbaar.

In Nederland hebben bedrijven en overheid een Green Deal Efficiënte Elektrische Aandrijfsystemen (GD EEA) uitgevoerd om dit potentieel beter bekend te maken. Op basis van de IEA cijfers is met efficiënte industriële aandrijfsystemen 5 tot 8 procent te besparen op het nationaal elektriciteitsverbruik. ECN is gevraagd het potentieel nader te berekenen.

Diverse bedrijven hebben hier al voordeel mee gehaald. Door de toepassing van frequentieregelaars op pompsystemen bespaarde Tata Steel 30 procent op het energiegebruik van een groot pompsysteem. Een huisdiervoederbedrijf bespaarde 23 procent energie door een kleinere hoog efficiënte aandrijving voor een machine voor hondenbrokken aan te schaffen. Een verpakkingsproducent bespaarde jaarlijks 655.000 kilowattuur en 65.500 euro dankzij nieuwe IE3 motoren, het repareren van lekkages en het installeren van frequentieregelaars. Een glasproducent bespaarde dankzij frequentieregelaars 40 procent energie en verhoogde de capaciteit van een van zijn productielijnen met 6 procent. De gemiddelde besparing van 15 afgeronde projecten lag op 13 procent, een totale besparing van 3,2 gigawatt per jaar. ,,Dit is echter geen volledig nieuw besparingspotentieel. Het zit voor een deel al ingebed in diverse lopende beleidsprogramma’s zoals de MJA’s, maar het is wel erg verhelderend om dit zo direct aan elektromotoren te koppelen. Bovendien zou extra aandacht voor deze systemen het oogsten van het besparingspotentieel kunnen versnellen,” aldus Sipma.

 

(Bron: ECN)

Read article

Use source for publication: "Photo: TenneT/Jorrit Lousberg"

5841

Megatransport TenneT over A2 naar Breukelen-Kortrijk succesvol verlopen

News

oktober 9, 2016

Tennettransformator003

Ook het tweede deel van het transformatortransport naar Breukelen-Kortrijk is succesvol verlopen. Afgelopen nacht legde TenneT’s transformator bestemd voor het in aanbouw zijnde hoogspanningsstation Breukelen-Kortrijk zijn laatste stuk af over de A2.

 

Twee weken geleden begon de transformator zijn reis vanaf het Amsterdam-Rijnkanaal naar de A2. Afgelopen nacht stond het tweede deel van het transport op het programma.

Zaterdagavond omstreeks 23.30 vertrok de transformator vanaf Shell Station Ruwiel richting de A2. Vervolgens stak de transformator de middenberm over naar de rijbaan in de richting Utrecht. Omstreeks 6.30 zondagochtend kwam de transformator aan bij de speciaal aangelegde hellingbaan waarna het laatste stukje naar het in aanbouw zijnde station afgelegd kon worden.

Verkeershinder

Vanwege de enorme afmeting en de daarbij behorende draaicirkel van het transport, werd het verkeer op de A2 regelmatig stilgelegd om de transformator de ruimte te geven. Daarnaast moest een aantal portalen tijdelijk aan de kant vanwege de hoogte van het transport. Totaal waren er zeven verkeersstops van steeds 15 minuten nodig om de transformator de ruimte te geven.

Hoogspanningsstation Breukelen-Kortrijk

TenneT werkt in de omgeving Breukelen-Kortrijk aan de uitbreiding van haar elektriciteitsnet. Om de koppeling tussen het nationale- en het regionale hoogspanningsnet te realiseren bouwt TenneT het 380/150 kV station Breukelen-Kortrijk. Een transformator is een belangrijk onderdeel van een hoogspanningsstation. Hij zorgt ervoor dat de elektriciteit wordt omgezet van 380 naar 150 kV. De transformator is gebouwd in Nijmegen bij SGB-SMIT Group. Vanuit Nijmegen is hij per schip zo dicht mogelijk naar de eindlocaties gebracht. Het laatste gedeelte ging stapvoets over de weg richting het hoogspanningsstation waar de transformator vervolgens wordt geïnstalleerd. Het vervoer werd uitgevoerd door Mammoet. Om overlast zoveel mogelijk te voorkomen, vond het transport ‘s nachts plaats.

Link naar deel één van het transformator transport: http://www.tennet.eu/nl/nieuws/nieuws/eerste-deel-transformatortransport-naar-breukelen-geslaagd/

Read article

Schermafbeelding 2016-04-13 om 11.44.39

3773

Siemens zint op overname Emerson Electric (Handelsblatt)

News, Uncategorized

april 13, 2016

Siemens Chief Executive Joe Kaeser maakt misschien van 2016 opnieuw een jaar van grote overnames.

Het Münchense concern gevestigde Siemens is in gesprek met Emerson Electric om diens elektriciteitsnetwerk te kopen, melden persbureaus Reuters en Bloomberg.

Het bedrijf zou vier miljard dollar of 3,5 miljard euro waard zijn volgens Reuters. Emerson Network Power had een omzet van $ 4,4 miljar in het 2015.

Siemens heeft sinds december 2013 zo’n tien miljard dollar uitgegeven aan overnames. Het weigerde commentaar te geven op de berichten.

De Emersondeal zou Siemens’ grootste zijn sinds de overname ter waarde van $ 7,6 miljard van de Amerikaanse specialist in olie-apparatuur Dresser Rand vorig jaar.

Sinds Kaeser ceo werd in augustus 2013, heeft Siemens met het kopen en verkopen van activiteiten gepoogd de winstgevendheid en omzet te verhogen om de concurrentie met aartsrivalen General Electric, het Zwitserse ABB en het Franse Schneider Electric bij te houden.

Siemens is ook in gesprek met de Spaanse windturbinemaker Gamesa over een mogelijke fusie of een combinatie van activiteiten met Siemens Windturbines, dat tot ‘s werelds grootste fabrikant van windturbines zou kunnen leiden .

Amerikaanse bedrijven waren een belangrijk doel het afgelopen jaar. In januari kocht Siemens kocht de Amerikaanse softwarespecialist CD-Adapco voor bijna $ 1 miljard. een overname, waarvoor Kaeser kritiek kreeg vanwege de hoge prijs die Siemens betaalde.

Het in St. Louis gevestigde Emerson stelde vorig jaar juni dat het af wilde van om zijn elektriciteitsnetwerk om zich te concentreren op industriële automatisering en klimaattechnologieën. Het Amerikaanse bedrijf is ook in gesprek met private equity firma’s, met inbegrip van Platinum Equity, om het bedrijf af te stoten, terwijl andere bedrijven ook interesse hebben getoond, meldde Reuters.

Bron; Handelsblatt

Schermafbeelding 2016-04-13 om 11.44.10

 

https://global.handelsblatt.com/edition/402/ressort/companies-markets/article/reports-siemens-eyes-u-s-acquisition

Read article

Onderzoekers Kees-Jan Westrate (Syngaschem BV), Erwin Kessels (TU/e) en Michail Tsampas (DIFFER) (v.l.n.r.) werken samen aan de omzetting van zonlicht in brandstof. Credits: Bram Lamers / DIFFER.

3503

Brandstof uit zonlicht – koolstofdioxide, water en groene stroom als bouwstenen voor duurzame chemie

News

april 6, 2016

Onderzoekers Kees-Jan Westrate (Syngaschem BV), Erwin Kessels (TU/e) en Michail Tsampas (DIFFER) (v.l.n.r.) werken samen aan de omzetting van zonlicht in brandstof. Credits: Bram Lamers / DIFFER.

Onderzoekers Kees-Jan Westrate (Syngaschem BV), Erwin Kessels (TU/e) en Michail Tsampas (DIFFER) (v.l.n.r.) werken samen aan de omzetting van zonlicht in brandstof. Credits: Bram Lamers / DIFFER.

31 maart 2016

DIFFER, TU/e en Syngaschem B.V. starten (Chemical) Industrial Partnership Programme

Richard van de Sanden (DIFFER) en Erwin Kessels (TU/e) ontvangen 1,6 miljoen euro om vloeibare brandstoffen te maken uit groene stroom, water en koolstofdioxide. Zij werken samen met Syngaschem B.V. aan het ophelderen van de fundamentele principes achter deze manier van brandstofproductie. Syngaschem BV financiert de helft van het onderzoeksprogramma. FOM en NWO Chemische Wetenschappen financieren samen de andere helft via een (Chemical) Industrial Partnership Programme (CH)IPP.

 

Door de snelle groei van groene elektriciteitsproductie ontstaat er behoefte aan chemische processen die in plaats van fossiele grondstoffen elektriciteit gebruiken. Dat is bijvoorbeeld relevant bij grootschalige inzet van duurzame, fluctuerende energiebronnen zoals windturbines en zonnepanelen. Door hun tijdelijke stroomoverschotten om te zetten in vloeibare brandstof ontstaat een duurzame energie-infrastructuur.

 

De onderzoekers van het Nederlandse instituut voor funderend energieonderzoek DIFFER, de afdeling Technische Natuurkunde van de Technische Universiteit Eindhoven en het bedrijf Syngaschem B.V. bundelen hun krachten om groene stroom efficiënt om te kunnen zetten in vloeibare koolwaterstoffen met een hoge energiedichtheid, zoals benzine. Kees-Jan Weststrate (Syngaschem BV, project manager) licht toe: “Als we deze specifieke vorm van brandstofproductie goed begrijpen creëren we tegelijk ook mogelijkheden voor het maken van andere hoogwaardige chemische producten. Producten op basis van koolstof zijn niet weg te denken uit onze maatschappij, en op deze manier kunnen we die chemicaliën blijven produceren zonder van fossiele bronnen afhankelijk zijn.”

 

DIFFER-directeur Richard van de Sanden is verheugd over deze nieuwe samenwerking: “Grootschalige en efficiënte opslag van duurzame energie is waar het in de energietransitie om draait. Hoe krijgen we schone energie op de tijd en plaats waar de gebruiker hem wil? Er zijn veel concepten, vaak nog met een laag rendement. Om dat rendement te verbeteren is fundamenteel onderzoek nodig in samenwerking met het bedrijfsleven: alleen dan weet je zeker dat je de juiste uitdaging aanpakt om grootschalige toepassing van je idee mogelijk te maken.”

 

Op het raakvlak van chemie en fysica

Het onderzoek kent zowel chemische als fysische aspecten: de partners zijn actief op het gebied van elektrochemie, katalyse, oppervlaktereacties, spectroscopie en plasmafysica. Om deze reden hebben NWO Chemische Wetenschappen (CW) en de Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie FOM samenwerking gezocht en is een multidisciplinair onderzoek tot stand gekomen: een mix van een Industrial Partnership Programme (IPP) van FOM en een Chemical Industrial Partnership Programme (CHIPP) van NWO CW.

 

Topsector Chemie

Het onderzoek sluit aan bij de Topsector Chemie en bij het Innovatiefonds Chemie (IFC) van CW, waarmee NWO bijdraagt aan de Topsector Chemie. Voor dit nieuwe onderzoeksprogramma is een zogenaamde TKI-toeslag aangevraagd, die onderdeel is van de programmabegroting. Deze bedraagt ongeveer 25 procent over de in-cash private bijdragen.

 

Meer over de partners

In het (CH)IPP programma slaan het Nederlandse instituut voor funderend energieonderzoek DIFFER en de onderzoeksgroep Plasma and Materials Processing (PMP) van de Technische Universiteit Eindhoven de handen ineen met het onderzoeksbedrijf Syngaschem BV. DIFFER (www.differ.nl) is onderdeel van FOM en NWO en heeft als missie het uitvoeren en ondersteunen van onderzoek naar de energie van de toekomst. De twee hoofdthema’s van DIFFER zijn duurzame energieproductie uit kernfusie en grootschalige opslag van duurzame energie in de vorm van solar fuels. De onderzoeksgroep PMP van de TU Eindhoven is gespecialiseerd in technieken om fysische en chemische processen efficiënt te laten verlopen op oppervlakken, vooral voor toepassingen op het gebied van duurzame energieopwekking en energieopslag.  Syngaschem BV (www.syngaschem.com) is een privaat Nederlands onderzoeksbedrijf, opgericht in 2013 door hoogleraar Hans Niemantsverdriet en sinds januari 2016 gevestigd in het DIFFER-gebouw op de TU/e-campus. De missie van dit nieuwe SynCat@DIFFER laboratorium is de opslag van groene elektrische energie in de vorm van schone brandstoffen, met als centrale stappen de vorming en omzetting van synthesegas (syngas). Syngaschem BV is op zoek naar fundamenteel begrip als motor van technologische doorbraken. Syngaschem BV is research partner van Synfuels China Technologies Co. Ltd., een uit de Chinese Academy of Sciences afkomstig bedrijf dat in China leidend is in schone coal‐to-liquids technologie. 

 

Read article

pbIADT-CYBER-SECURITY-CENTERS-2016-PRINT

4478

Siemens opent Cyber Security Operation Centers ter bescherming van industriële installaties:

News

april 4, 2016

pbIADT-CYBER-SECURITY-CENTERS-2016-PRINT
  • Operation Centers voor Industrial Security in Europa en de VS

  • Continue bewaking van industriële installaties wereldwijd

  • Vroegtijdige detectie van gevaren en gecoördineerde tegenmaatregelen

    Siemens heeft de “Cyber Security Operation Centers” (CSOC) ter bescherming van industriële installaties geopend. Deze Centers zijn gevestigd in Lissabon en München, alsmede Milford (Ohio, VS). Vanuit deze locaties controleren Industrial Security-specialisten van Siemens overal ter wereld industriële installaties op mogelijke cyber-bedreigingen, waarschuwen ondernemingen bij veiligheids- incidenten en coördineren de inzet van proactieve tegenmaatregelen. Deze veiligheidsmaatregelen maken deel uit van de omvangrijke Plant Security Services van Siemens. Siemens ondersteunt hiermee ondernemingen in de productie- en procesindustrie tegen de voortdurend veranderende veiligheidsrisico’s en zorgt zo voor een betere beschikbaarheid van hun installaties.

    De toenemende integratie van industriële infrastructuren in netwerken (“Internet of Things”, “Industrie 4.0″) vereist adequate veiligheidsmaatregelen voor automatiseringsomgevingen. Hier komen de Plant Security Services van Siemens in beeld: van analyse van de veiligheidssituatie (security assessment), de implementatie van veiligheidsmaatregelen, zoals firewalls of antivirusprogramma’s (security implementation) tot continue, door de CSOC’s zelf uitgevoerde bewaking van installaties met managed security services. Zodra de Siemens-experts een verhoogd risico vaststellen, waarschuwen ze de klant vroegtijdig, geven advies over proactieve tegenmaatregelen en coördineren de uitvoer ervan. De maatregelen zijn afgestemd op de ernst van het incident en de mogelijke gevolgen voor de business van de klant. Mogelijke maatregelen zijn onder andere het aanpassen van firewallregels of het ter beschikking stellen van updates om veiligheidstekortkomingen te verhelpen. Daarnaast biedt Siemens forensische analyse van veiligheidsincidenten. Op deze wijze kunnen ondernemingen rapportages opstellen die voldoen aan internationale normen, zoals ISO 27002 of IEC 62443 en wettelijke voorschriften. Bovendien krijgen de ondernemingen zo een helder overzicht van de veiligheidsstatus van hun installaties. Voor de Plant Security Services gebruikt Siemens producten van haar partner Intel Security, waaronder McAfee VirusScan, McAfee Application Control, McAfee ePolicy Orchestrator (ePO) alsmede McAfee Enterprise Security Manager met Security Information en Event Management.

Read article

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

2645

Britten slaan netstroom op in een megabatterij

News

april 1, 2016

 

Een enorme batterij zal worden gebruikt voor het testen van grootschalige opslag van energie door E.ON en Uniper

 

 

In Groot Brittannie is een van de grootste batterijen voor opslag van overtollige elektriciteit aangesloten op het net als onderdeel van nieuw onderzoek onder leiding van de Universiteit van Sheffield.
De faciliteit die £ 4 miljoen kost staat bij het Willenhall onderstation vlak bij Wolverhampton en wordt geëxploiteerd door het onderzoeksteam van de Universiteit van Sheffield in het kader van het Energie 2050-initiatief, in samenwerking met Aston University en University of Southampton. Eén van de eerste projecten zal worden uitgevoerd door de energiebedrijven E.ON en Uniper. De bedrijven zullen kijken naar toekomstige mogelijkheden voor grootschalige energieopslag en naar de problemen die verband houden met het aansluiten van dergelijke batterijen op het net.
De installatie is een van de drie grootste batterijen in het Verenigd Koninkrijk – en maakte gebruik van een lithium-titanaatbatterij, geleverd door Toshiba.
Het Japanse lithium-titanaat (SCiB) systeem,levert 2 MW vermogen op het 11kV-net. De batterij heeft een lange levensduur en is bestand tegen meer dan 10.000 keer laden en ontladen. Hij heeft een hoge mate van betrouwbaarheid en operationele veiligheid, met name als het gaat om het risico op brand, een bekend gevaar bij lithium-ion batterijen in het algemeen.
Lithium-titanaat SCiB batterijen hebben het vermogen om snel op te laden en ontladen in een breed temperatuurspectrum. Dit betekent dat de Willenhallfaciliteit in staat is om ongelooflijk snel elektriciteit af te staan of op te nemen al naar gelang de eisen van landelijke stroomnet.
Professor David Stone, directeur van het Willenhall Facility en het Centrum voor Electrical Energy Storage aan de Universiteit van Sheffield: “Als de vraag naar energie stijgt zijn opslagsystemen nodig om het aanbod in evenwicht te brengen. De eerste commerciële projecten komen nu in bedrijf maar er zijn nog veel technische problemen die moeten worden overwonnen om de mogelijkheden van deze technologie optimaal te benutten en om de kosten te verlagen.”
“Deze speciale nationale onderzoeksfaciliteit is ontworpen om beter te kunnen reageren op pieken in de vraag en hij is staat ter beschikking beschikbaar van om andere academische en industriële onderzoeksprojecten.”
Arne Hauner, chef innovatie bij Uniper: “E.ON en Uniper zullen de Willenhall batterij gebruiken om ondersteunende diensten te leveren aan het elektriciteitsnet. Ook willen we de werking vergelijke met andere systemen die we momenteel gebruiken. ”
De universiteiten van Sheffield, Aston en Southampton, willen ook kijken in hoeverre gebruikte autobatterijen accu’s geschikt zijn het bufferen elektriciteit. Dit ‘tweede leven’ systeem gaat later dit jaar in bedrijf, met als doel te kijken of autoaccu’s samen als een grote batterij kunnen functioneren.

http://www.imeche.org/news/news-article/video-giant-battery-launched-to-tackle-energy-storage-challenges

 

 

 

Read article

Atrain-bogiebaan (1)

3716

‘Eerste flitstreinen kunnen in 2020 over het spoor zweven’

News, Publications

maart 31, 2016

 

 

Interessant bericht via Prorail. Het is in Europa nog nooit wat geworden met het Rondje Randstad (http://randstadrapid.nl/) waarmee Siemens zijn Magnetische Levitatietrein (maglev) de Trans Rapid promootte, een trein die zweeft op een magnetisch veld en wordt voortgestuwd door magneetvelden. Siemens heeft het systeem alleen gerealiseerd op een traject in Sjanghai, China.

Het systeem dat hier wordt beschreven is een hybride: de trein wordt wel voortgestuwd door magneetvelden maar het zweven gebeurt op een luchtkussen. De voordelen zijn net als bij de maglevtrein afwezigheid van asdruk, het treingewicht wordt verdeeld over luchtkussens dus er zijn veel minder fundatieproblemen, en de onmogelijkheid te ontsporen omdat de trein de baan-annex-motor als het ware omklemt.

Maar dat ‘we’ in 2020, dus over vier jaar, met 450 km/h door het land zweven, lijkt mij een redelijk optimistische aanname. Ik zou zeggen: eerst maar eens ergens uitproberen.

 

hier het persbericht van Prorail:

Atrain, ontwerp

Een systeem-innovatie waarbij de huidige treinen worden omgebouwd tot zwevende flitstreinen. Als het aan bedenkers van de  A-train, Jim Schoot en Bearnd Hylkema ligt, is dit al vanaf 2020 mogelijk. Door het gebruik van magneten en luchtdruk kunnen treinen die omgebouwd zijn tot Atrain met hoge snelheden over het spoor zweven. Doordat er geen contact meer wordt gemaakt met de rails kunnen de treinen snelheden van 450 kilometer per uur bereiken, zijn ze minder gevoelig voor slechte weersomstandigheden, is 25 procent minder spooronderhoud nodig en vermindert de overlast door trillingen, geluid en fijnstof.

De A-train is een concept waarbij een treinreis tussen Amsterdam en Utrecht minder dan tien minuten zou moeten duren. De trein rijdt niet langer op wielen, maar zweeft over het spoor als een soort verfijnde hovercraft. Het draaistel met de wielen onder de trein zijn vervangen door een bogie waarbij luchtdruk ervoor zorgt dat de trein over het spoor zweeft en magneten zorgen voor de voortstuwing. Bedenkers Jim Schoot en Bearnd Hylkema van  ontwerp- en adviesbureau Novus Finitor werken al ruim zeven jaar aan dit concept wat volgens hen de ‘nieuwe treinstandaard van de 21e eeuw’ moet worden.

Schoot: “We lopen op dit moment vast in mobiliteit, ook op het spoor. De intensiteit van het vervoer neemt verder toe, maar ook de eisen die we eraan stellen. We vinden de reis vaak te lang. Daarnaast zijn er steeds meer mensen die zich in de spits willen verplaatsen.” De huidige treintechniek is volgens Schoot ‘ten dode opgeschreven’. “De fysieke infrastructuur loopt achter op de digitale infrastructuur”, zegt de uitvinder. “We zijn nu steeds zaken met vijf procent minder erg aan het maken. Vijf procent meer punctualiteit, vijf procent minder treinverstoringen. Het is tijd dat er een echte systeemsprong wordt gemaakt en dat kan met Atrain.”

Atrain

Atrain is een technologie waarbij luchtlagering wordt gecombineerd met magnetische voorstuwing. De luchtlagering gebeurt via Air Bearing Fender (ABF) en de aandrijving wordt geregeld via Permanent Magnetwheel Propulsion (PMP). ABF maakt het mogelijk om op een ultradunne luchtlaag personen of goederen massavrij te verplaatsen. PMP is gebaseerd op het magnetische samenspel tussen een aandrijfwiel met permanente magneten op het voertuig en een aluminium strip in de spoorbaan. Het gaat om een contactloze aandrijf- en remtechniek.

In de praktijk betekent dit dat het draaistel met de wielen van de treinen wordt vervangen door een bogie die over een dunne luchtlaag zweeft. De trein wordt voortgeduwd door de magneetwielen in de bogie. Jim Schoot: “Doordat er geen wrijving meer is, is er geen slijtage met bijbehorende uitstoot en kosten. Door de hoge acceleratie- en remkracht kunnen de treinen sneller optrekken en remmen en snelheden worden gehaald van meer dan 450 kilometer per uur.”

Atrain, bogie

Lagere kosten

Het mooie is volgens Schoot dat de Atrain techniek toegepast kan worden op het huidige treinmaterieel en spoorinfrastructuur. Daardoor zouden de implementatiekosten laag zijn en kunnen de investeringen in korte tijd worden terugverdiend. “Doordat er geen contact meer wordt gemaakt tussen de wielen en de spoorinfrastructuur zullen de kosten van het spooronderhoud misschien nog maar een kwart van de huidige zijn. Ook gaat de gewichtscapaciteit omhoog, omdat de aslasten verdeeld worden over een veel groter oppervlak. Dit heeft voordelen voor het spoorgoederenvervoer, want dit betekent meer massa per wagon. En bij nieuwe trajecten is er minder zware infrastructuur nodig, waarmee investeringen gehalveerd kunnen worden.”

Verzakkingen op het spoor op bijvoorbeeld de Betuweroute, wisselstoringen en negatieve impact van weersomstandigheden door herfstbladeren, windvlagen of sneeuw behoren daardoor volgens Schoot ook tot de verleden tijd. “De problemen met de Intercity Direct-treinen op de spoorbrug van de HSL kunnen met de Atrain ook worden verholpen. Omdat de trein door middel van luchtlagering de baan als het ware omarmd is het veel veiliger. Doordat  treinen geen contact meer maken met de rails, zullen alle problemen die bij rail horen dan ook verleden tijd zijn.”

Door de enorme besparingen wordt volgens Schoot de treinexploitatie een stuk aantrekkelijker. “Bestaande trajecten worden weer rendabel en nieuwe trajecten kunnen worden ontsloten. De kosten van openbaar vervoer gaan per reiziger omlaag.” Dat zou volgens de uitvinder er zelfs voor kunnen zorgen dat mensen vanaf 2045 vrij kunnen reizen.

Proof of concept

De technische universiteiten van Delft en Twente hebben het concept van de Atrain doorgerekend en vastgesteld dat het toepasbaar is. Schoot zoekt nog naar strategische partners en investeerders om toe te werken naar een ‘proof of concept’ om ook aan te tonen dat de oplossing in de praktijk gaat werken. Om dit te kunnen realiseren is een investering van twee miljoen euro nodig.

Hoewel ook buitenlandse partijen interesse hebben getoond zou Schoot graag zien dat de Atrain-technologie in Nederland wordt gelanceerd. “Ik denk dat Nederland een goede proeftuin zou kunnen zijn voor deze systeemsprong, omdat we met de Atrain flinke stappen kunnen maken in het verbeteren van de prestaties op het spoor. Als dat is gebeurt, kan het concept ook naar andere landen worden uitgerold.”

Shift2Rail

“Het zou bijvoorbeeld goed zijn als dit project wordt opgenomen in het Europese Shift2Rail-programma. Een van de doelstellingen van dit programma is om modal shift te realiseren, maar dat is nog steeds niet gelukt. Ik denk dat de Atrain hier wel voor zal kunnen zorgen, omdat alle drempels om voor het OV te kiezen zoals langere reistijd, verstoringen, hoge kosten en de last mile met deze oplossing worden weggenomen. Daarom zou Shift2Rail  Shift2Atrain moeten worden.”

Bron: Pro Rail, Marieke van Gompel

 

 

 

 

Read article

nuon_infographic_opslag-groene-stroom_ammoniak_superbatterij_nl

3353

Windstroom als energie opslaan in de vorm van ammoniak

News

maart 29, 2016

nuon_infographic_opslag-groene-stroom_ammoniak_superbatterij_nl

 

nuon_infographic_opslag-groene-stroom_ammoniak_superbatterij_nl

 

Nuon slaat met haar Magnum-centrale in Eemshaven een nieuwe weg in. Nuon onderzoekt hoe zij haar gascentrale in de toekomst zonder CO2-uitstoot kan inzetten.

Gascentrales bieden de meest efficiënte en flexibele back-up capaciteit wanneer de wind niet waait of de zon niet schijnt, maar draaien momenteel weinig. Toch ziet Nuon toekomst voor deze centrales. Wind- en zonne-energie kunnen nu nog niet grootschalig worden opgeslagen. Dat betekent dat deze duurzame energie niet gebruikt kan worden als er sprake is van veel wind of zon. Samen met de onderzoeksgroep van professor Fokko Mulder van de TU Delft onderzoekt Nuon daarom de mogelijkheden om deze zogeheten seizoensoverschotten bij Magnum op te slaan in de vorm van ammoniak. Die weer als brandstof zonder CO2-uitstoot kan worden gebruikt in de gascentrale.

Recyclen van wind

Alexander van Ofwegen, directeur Nuon Warmte, licht toe: “Dit idee bestaat uit drie stappen. Allereerst zet je elektriciteit uit wind om in vloeibare ammoniak. Daar komt een chemisch proces bij kijken, waarbij je waterstof aan stikstof bindt om ammoniak te maken. Dan sla je de ammoniak op in grote tanks – dat kan zo lang als het nodig is. Zo heb je altijd een voorraad brandstof voor die momenten dat er weinig wind of zon is. Ammoniak kun je namelijk als laatste stap als koolstofvrije brandstof gebruiken in de gascentrale. Hierbij komen alleen stikstof en waterdamp vrij, geen CO2. Wat verder zo mooi is aan dit concept, is dat het op alle plekken in de wereld mogelijk moet zijn om duurzame energie om te zetten in ammoniak. Hiermee recycle je eigenlijk de energie uit wind of zon – je gebruikt wind- of zonne-energie om ammoniak te maken en je maakt van de gascentrale bovendien een superbatterij!”

Magnum-centrale voorop in de energietransitie

In 2013 werd de Magnum-centrale van Nuon in Eemshaven officieel geopend. Het oorspronkelijke concept was een centrale te bouwen die op verschillende brandstoffen, zoals biomassa, gas en kolen kon draaien. In onderling overleg met natuur- en milieuorganisaties kwam in 2011 het besluit dat Magnum in ieder geval tot 2020 een gascentrale zou blijven. Met het onderzoek van Nuon en TU Delft ziet Nuon definitief af van het gebruik van steenkolen in deze centrale. Nu wordt juist gezocht naar een toekomst voor Magnum zonder CO2-uitstoot.

Onderzoek TU Delft en Nuon

Hoewel TU Delft en Nuon nog aan de tekentafel zitten en er nog veel onderzoek nodig is, zijn beide partijen van mening dat het opslaan van energie in ammoniak een veelbelovende techniek is die met het nodige onderzoek en aanvullende financiering binnen een jaar of 10 op grote schaal toegepast kan worden. Uiteraard staan veiligheid en milieu in dit onderzoek voorop. Alexander van Ofwegen: “Ammoniak wordt al ruim 100 jaar op verschillende manieren toegepast – het is de grondstof voor kunstmest, maar het wordt ook gebruikt in grote koelinstallaties voor bijvoorbeeld ijsbanen. Daarnaast hebben we in Nederland veel ervaring met het grootschalig opslaan van ammoniak. Maar natuurlijk moeten we, net als bij elke andere geconcentreerde chemische stof, de nodige veiligheidsmaatregelen in acht nemen. We hopen binnen 5 jaar een demonstratie op relevante schaal te kunnen doen.”

Power to Ammonia

Het onderzoek van Nuon en TU Delft is onderdeel van het project ‘Power to Ammonia’, waarvoor het Institute for Sustainable Process Technology (ISPT) meerdere partijen samen heeft gebracht om kennis te delen en onderzoek te doen. Power to Ammonia is een samenwerkingsverband van ISPT, Stedin Infradiensten, Nuon, ECN, TU Delft , Universiteit Twente, Proton Ventures, OCI Nitrogen, CE Delft en AkzoNobel.
Meer informatie over Power to Ammonia is online te vinden

http://www.nuon.com/nieuws/nieuws/2016/nuon-en-tu-delft-onderzoeken-opslag-windenergie-in-nieuwe-superbatterij/

Read article

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

2715

Absolute Leisure The World of Fun

Publications

maart 25, 2016

absolute_leisure

Winy Maas geeft in Absolute Leisure zijn toekomstvisie op vrijetijdsbesteding. De denktank The Why Factory toont de omvang van de voetafdruk die onze vrijetijdsbesteding heeft nagelaten op onze landschappen, steden en architectuur.

 

Onze wereld met zijn flexibele werktijden, goedkope vluchten naar alle uithoeken van de wereld en de mogelijkheid om alle films, tv-programma’s of liedjes die ooit zijn gemaakt te downloaden, is een samenleving geworden van vrijetijdsliefhebbers en plezierkenners. We kunnen elk denkbaar exotisch gerecht afhalen, we kunnen alles kopen wat we ooit wilden hebben, we kunnen de vakantie van onze dromen op maat realiseren – we kunnen 24 uur per dag, zeven dagen per week, 365 dagen per jaar plezier bestellen. Maar wie let er op de reserves terwijl wij ons amuseren? Wordt er voldoende geproduceerd om die steeds maar toenemende consumptie mogelijk te maken?

brooklynbridge

In deze publicatie toont The Why Factory hoe deze ‘world of fun’ eruit kan zien. De architectonische en stedelijke projecten die hier worden gepresenteerd stellen de huidige vrijetijdsbesteding ter discussie en schetsen de mogelijkheden. Het boek bevat onder meer artikelen van architecten Winy Maas en Alexander Sverdlov. Zij laten zowel kritische denkers op het gebied van hedendaagse vrijetijdsbesteding aan het woord als de professionals van deze bedrijfstak, degenen die de vrijetijds-machine aan de gang houden. De publicatie is rijk geïllustreerd met veel tekeningen met dunne lijnen die de fantasie van de lezer prikkelen en uitnodigen tot nadenken over hoe deze toekomst eruit kan zien.

 Grand-Bazaar_Shop

Over The Why Factory

Deze internationale denktank is een initiatief van de faculteit Bouwkunde van de TU Delft en architectenbureau MVRDV en doet onderzoek naar toekomstige vraagstukken in de stedenbouw en architectuur.

 

stettin 

Absolute Leisure. The World of Fun

Auteurs: Winy Maas, Alexander Sverdlov

€ 29,95 | Publicatiedatum: 25 maart

Engelse ISBN 978-90-5662-766-9 | paperback | 288p | 15 x 21 cm | geïllustreerd (300 kleur)

| nai010 publishers

Read article